15e Eeuw,  16e Eeuw,  Nederland,  Spanje

Hoe een huwelijk en een erfenis de Nederlanden in Spaanse handen bracht

Wat we nu kennen als Nederland en België was ooit een lappendeken van graafschappen, hertogdommen en steden met hun eigen wetten en gebruiken. Dat deze regio uiteindelijk onder Spaanse heerschappij kwam te staan, was niet het resultaat van een militaire verovering, maar van een reeks strategische huwelijken, dynastieke erfenissen en politieke toevalligheden. In dit artikel ontdek je hoe de Nederlanden vanuit het Bourgondische tijdperk langzaam maar zeker in handen kwamen van het machtige huis Habsburg – en uiteindelijk onder Spaans bestuur belandden.

In de 14e eeuw bestonden de Lage Landen uit een verzameling losse gebieden. Denk aan het graafschap Vlaanderen, het hertogdom Brabant, het graafschap Holland en vele anderen. Deze gebieden stonden formeel onder de soevereiniteit van de Franse koning of de Duitse keizer, maar in de praktijk regeerden lokale vorsten en steden met veel autonomie.

Stamboom van Filips de Stoute tot Filips II van Spanje

De situatie begon te veranderen toen Filips de Stoute, hertog van Bourgondië en zoon van de Franse koning, in 1369 trouwde met Margaretha van Male, de erfgename van het graafschap Vlaanderen. Dat huwelijk was een keerpunt: ineens kwamen Vlaanderen, Artesië, Rethel, Nevers en Franche-Comté onder Bourgondisch gezag. Filips en zijn opvolgers wisten in de decennia daarna via huwelijken, aankopen en soms brute machtsovernames steeds meer Nederlandse gewesten aan zich te binden.

Het machtsgebied van Filips de Stoute

Zijn zoon, Jan zonder Vrees, en vooral zijn kleinzoon Filips de Goede bouwden het Bourgondische rijk in de Nederlanden verder uit. Filips de Goede verwierf onder meer Brabant, Limburg, Holland, Zeeland, Henegouwen en Luxemburg. Hij wist de macht van de steden in te perken en introduceerde een centralistisch bestuur dat bestuurd werd vanuit Mechelen. De Bourgondiërs maakten van de Nederlanden één van de rijkste en meest invloedrijke regio’s van Europa.

Maria van Bourgondië en de Habsburgse dynastie

Het Bourgondische rijk bereikte een hoogtepunt onder Karel de Stoute, de zoon van Filips de Goede. Hij droomde van een onafhankelijk koninkrijk tussen Frankrijk en het Heilige Roomse Rijk. Maar die droom eindigde abrupt toen Karel in 1477 sneuvelde bij de Slag bij Nancy. Hij liet zijn dochter Maria van Bourgondië achter als erfgename van het hele Bourgondische gebied.

En hier komt het huis Habsburg het verhaal binnen. Maria trouwde datzelfde jaar met Maximiliaan van Oostenrijk, de zoon van de Duitse keizer Frederik III. Dit huwelijk was bedoeld als bescherming tegen Franse ambities, maar had verstrekkende gevolgen: de Nederlanden kwamen in Habsburgse handen. Toen Maria in 1482 overleed na een val van haar paard, erfde haar zoon Filips de Schone de Bourgondische bezittingen, waaronder de Nederlanden.

Filips de Schone trouwde met Johanna van Castilië, ook wel bekend als Johanna de Waanzinnige. Hun huwelijk verbond de Habsburgers niet alleen met de Nederlanden, maar ook met Spanje. Filips stierf jong, maar liet wel een zoon achter: Karel. En die Karel zou geschiedenis schrijven.

Karel V: Keizer van een wereldrijk

Karel werd in 1500 geboren in Gent en groeide deels op in de Nederlanden. Toen zijn grootouders Ferdinand van Aragon en Isabella van Castilië overleden, erfde hij Spanje en de Spaanse koloniën. Van zijn vader kreeg hij de Nederlanden en de Bourgondische gebieden. En later, toen zijn grootvader keizer Maximiliaan stierf, erfde hij ook de Oostenrijkse gebieden en werd hij keizer van het Heilige Roomse Rijk.

Karel V

Karel V was de machtigste man van zijn tijd. Hij regeerde over een rijk waar “de zon nooit onderging”. Maar de Nederlanden hadden een bijzondere plaats in zijn hart. Hij noemde ze “mijn meest geliefde landen” en bezocht ze regelmatig. Toch was zijn bestuur niet zonder spanningen. Karel wilde een uniform, centraal bestuur en probeerde ketterij hard aan te pakken. Dit botste met de traditionele vrijheden van steden en gewesten, en met de groeiende sympathie voor protestantse ideeën.

Het machtsgebied van Karel V

In 1549 vaardigde hij de Pragmatieke Sanctie uit, waarmee hij de Zeventien Provinciën formeel tot één ondeelbaar geheel verklaarde dat voortaan door één erfgenaam zou worden bestuurd. Dit was een duidelijk signaal: Karel wilde dat de Nederlanden als één politieke eenheid zouden voortbestaan binnen zijn dynastie.

De troonafstand en de overdracht aan Spanje

In 1555 deed Karel V vrijwillig afstand van de troon. Hij was moe, ziek en teleurgesteld in de eindeloze conflicten die hij had moeten voeren. In een indrukwekkende ceremonie in Brussel droeg hij de Nederlanden over aan zijn zoon Filips II. En hier vindt een belangrijke overgang plaats: de Nederlanden kwamen nu niet meer onder het beheer van de keizer in Wenen, maar onder de koning van Spanje.

Filips II was Spaans in hart en nieren. Hij groeide op in Castilië, sprak nauwelijks Nederlands of Frans, en had weinig affiniteit met de cultuur en autonomie van de Nederlanden. Toch erfde hij een van de rijkste en meest verstedelijkte gebieden van Europa. Voor Filips waren de Nederlanden vooral een bron van inkomsten en een plek waar het katholieke geloof koste wat kost behouden moest blijven.

De Spaanse centralisatiepolitiek

Filips II ging verder waar zijn vader was gebleven: hij probeerde de Nederlanden te centraliseren en het protestantisme met harde hand uit te roeien. Hij stuurde kardinaal Granvelle en later de hertog van Alva naar de Nederlanden om orde op zaken te stellen. Dit leidde tot felle weerstand onder de lokale adel en steden.

De Nederlanden kenden een lange traditie van lokale privileges en zelfbestuur. De centralistische politiek van Filips, gecombineerd met zijn religieuze intolerantie en hoge belastingen, zorgde voor groeiende onvrede. Het aanstellen van Spaanse functionarissen en het inzetten van Spaanse troepen maakte het er niet beter op.

Wat volgde was een opstand die uiteindelijk zou uitgroeien tot de Tachtigjarige Oorlog.

De erfopvolging van Filips de Schone tot Filips II

Om goed te begrijpen hoe Spanje zo’n stevige greep kreeg op de Nederlanden, moet je ook kijken naar de dynastieke lijn. Filips de Schone, getrouwd met Johanna van Castilië, kreeg met haar meerdere kinderen. Hun zoon Karel V erfde zowel het Habsburgse als het Spaanse rijk.

Toen Karel aftrad, verdeelde hij zijn bezittingen: de Oostenrijkse gebieden en de keizerstitel gingen naar zijn broer Ferdinand, terwijl de Nederlanden en Spanje naar zijn zoon Filips II gingen. Dit betekende dat de Nederlanden voortaan rechtstreeks verbonden waren aan de Spaanse kroon, niet meer aan het Heilige Roomse Rijk. En dat was een grote verschuiving.

Spanje was een gecentraliseerde, katholieke monarchie. De Nederlanden waren een los samenhangend geheel van autonome gebieden met sterke burgerlijke tradities. Die tegenstelling zou uiteindelijk onhoudbaar blijken.

Waarom de Nederlanden zo belangrijk waren voor Spanje

De Nederlanden waren niet zomaar een uithoek van het rijk van Filips II. Ze waren economisch van cruciaal belang. Steden als Antwerpen, Brugge, Gent en later Amsterdam waren economische knooppunten. De handel met Engeland, de Duitse landen en het Oostzeegebied maakte de Nederlanden tot een financieel centrum van Europa.

Bovendien bracht de regio aanzienlijke belastinginkomsten op. Filips gebruikte deze inkomsten om zijn oorlogen te financieren, onder andere tegen Frankrijk en het Ottomaanse Rijk. Maar de belastingdruk die hiermee gepaard ging, leidde tot steeds meer verzet in de Nederlanden.

Het begin van het verzet: de Beeldenstorm en de komst van Alva

In 1566 brak de Beeldenstorm uit: woedende protestanten vernielden kerken en religieuze beelden in een uiting van frustratie en religieus fanatisme. Voor Filips II was dit de druppel. Hij stuurde de hertog van Alva naar de Nederlanden om orde op zaken te stellen.

Alva stelde de Raad van Beroerten in, die al snel bekend stond als de Bloedraad. Honderden mensen werden geëxecuteerd. Ook prominente edellieden zoals Lamoraal van Egmont en Filips van Horne werden onthoofd. In plaats van de orde te herstellen, wakkerde deze brute aanpak de opstand alleen maar verder aan.

Het was het begin van een lange strijd die uiteindelijk zou leiden tot de onafhankelijkheid van een deel van de Nederlanden.