
De opkomst van Schiphol: van moeras tot wereldluchthaven
Schiphol is vandaag de dag een van de drukste luchthavens ter wereld, maar ooit was het niets meer dan een drassig moeras. De plek waar dagelijks duizenden vliegtuigen opstijgen en landen, stond lange tijd bekend als een gevaarlijk en onherbergzaam gebied. Hoe kon een afgelegen polder uitgroeien tot een van de belangrijkste vliegvelden van Europa?
Schiphol ligt in de Haarlemmermeerpolder, een gebied dat vroeger grotendeels onder water stond. Tot de 19e eeuw was de Haarlemmermeer een groot binnenmeer, waar schepen vaak in stormen vergingen. Dit zou zelfs de naam Schiphol verklaren: een “hol” of laag gebied waar schepen vergingen. In 1852 werd het meer drooggelegd om meer landbouwgrond te creëren. Niemand kon toen nog vermoeden dat hier later een internationale luchthaven zou verrijzen.
De drooglegging van de Haarlemmermeer was een technologisch hoogstandje. Met behulp van stoomgemalen werd het water weggepompt en ontstond er vruchtbare grond. De polder werd langzaam ingericht voor landbouw en veeteelt. Pas tientallen jaren later werd een deel van het gebied aangewezen als geschikte locatie voor een militaire vliegbasis.
De Eerste Wereldoorlog: een militaire basis
Schiphol begon in 1916 als een militaire luchtbasis voor het Nederlandse leger. Nederland was neutraal in de Eerste Wereldoorlog, maar had wel een luchtmacht nodig om zijn luchtruim te bewaken. De eerste toestellen die hier landden, waren primitieve dubbeldekkers. Het terrein bestond uit grasvelden, modderige landingsstroken en eenvoudige houten barakken. Ondanks de bescheiden infrastructuur bleek de locatie strategisch interessant, dicht bij Amsterdam en toch ver genoeg van de kust.

Na het einde van de oorlog in 1918 kwam het terrein in handen van de burgerluchtvaart. In 1919 startte KLM (Koninklijke Luchtvaart Maatschappij) met passagiersvluchten vanaf Schiphol. De luchthaven werd daarmee een van de oudste nog operationele vliegvelden ter wereld.
De groei van de burgerluchtvaart
In de jaren ’20 en ’30 groeide Schiphol snel. KLM gebruikte de luchthaven als thuisbasis en begon langeafstandsvluchten naar onder andere Londen, Parijs en Nederlands-Indië. De faciliteiten waren nog primitief: een klein houten stationsgebouw, een wachtruimte voor passagiers, en onverharde start- en landingsbanen die in de regen veranderden in modderpoelen.
Toch werd Schiphol een steeds belangrijker knooppunt voor de internationale luchtvaart. In 1935 werd een eerste betonnen landingsbaan aangelegd, een unicum in die tijd. Schiphol kreeg steeds meer aanzien als moderne luchthaven, mede door de uitbreiding van de diensten en de goede ligging ten opzichte van de stad Amsterdam.
De Tweede Wereldoorlog: verwoesting en wederopbouw
Tijdens de Tweede Wereldoorlog werd Schiphol door de Duitsers bezet en omgebouwd tot een militaire basis. De luchthaven werd uitgebreid met hangars, betonnen startbanen en bunkers. Voor de geallieerden was het een strategisch doelwit, en Schiphol werd meerdere keren gebombardeerd.

Aan het einde van de oorlog lag de luchthaven grotendeels in puin. Toch besloot de Nederlandse regering vrijwel direct om Schiphol opnieuw op te bouwen. Al in 1949 werd de luchthaven officieel aangewezen als de nationale luchthaven. In korte tijd herrees een nieuwe terminal, en de startbanen werden vernieuwd. De focus lag op modernisering, met een blik op de toekomst van internationale luchtvaart.
De opkomst van de moderne luchthaven
In de jaren ’50 en ’60 groeide de luchtvaart explosief. Dankzij de komst van straalvliegtuigen werd vliegen sneller en goedkoper. Schiphol kreeg verharde start- en landingsbanen, een nieuw terminalgebouw en betere toegangswegen. De groei van KLM en de opkomst van het massatoerisme zorgden ervoor dat Schiphol een spil werd in het Europese luchtverkeer.
In 1967 werd een volledig nieuw luchthavencomplex geopend, ontworpen met de kenmerkende one-terminalfilosofie: alle faciliteiten onder één dak. Deze benadering maakte Schiphol efficiënt, overzichtelijk en aantrekkelijk voor zowel reizigers als luchtvaartmaatschappijen. Tegelijkertijd werd ook geïnvesteerd in voorzieningen zoals winkels, restaurants en douanefaciliteiten.

Schiphol in de 21e eeuw
Schiphol is inmiddels een van de grootste luchthavens ter wereld en verwerkt jaarlijks tientallen miljoenen passagiers. Met zes start- en landingsbanen, honderden bestemmingen en een hypermoderne infrastructuur is het een essentieel knooppunt voor de internationale luchtvaart. Schiphol is de thuisbasis van KLM en fungeert als een belangrijke hub in het netwerk van de luchtvaartalliantie SkyTeam.
De luchthaven speelt ook een belangrijke rol in vrachtvervoer, met duizenden tonnen goederen die dagelijks via Schiphol de wereld over gaan. Daarnaast is het een economische motor voor de regio, met tienduizenden banen in directe en indirecte dienstverbanden.
Tegelijkertijd ligt Schiphol onder vuur vanwege de impact op het milieu en de geluidsoverlast voor omwonenden. Er wordt gediscussieerd over de noodzaak van krimp, het verminderen van nachtvluchten en het investeren in duurzamere luchtvaart. In 2023 werd aangekondigd dat Schiphol het aantal vluchten wilde beperken omwille van klimaatdoelen, wat leidde tot stevige politieke en economische discussies.
Schiphol blijft een spiegel van zijn tijd: steeds in beweging, steeds onderwerp van debat, en altijd op zoek naar de balans tussen groei, duurzaamheid en bereikbaarheid.
